Post Master opleiding
Criteria voor certificering van een NLP opleiding die voortbouwt op het Mastersniveau. (in aanmerking komend voor accreditatie door de NVNLP)
Een toetsprogramma moet o.i. voldoen aan de volgende eisen
- Minimale omvang van 20 trainingsdagen
- Aangeboden door nationaal of internationaal erkende trainers.*)
- Systematische en controleerbare opzet van het test- en toetsprogramma.
- Focus op een specifiek terrein (Management en organisatie, onderwijs, gezondheid en welzijn enz.)
- Systematische verdieping en uitbouw van modelleringaspecten
- Systematische zelfreflectie
- Aanbod van vernieuwende en creatieve toepassingen van bestaande NLP-vaardigheden
- Aanbod van nieuwe NLP-technieken platform voor uitwisseling van nieuwe gedachten, technieken en toepassingen
- Gerichte theoretische onderbouwing en aandacht voor de sociaal-wetenschappelijke component bij de belangrijkste aangeboden vaardigheden.
- Nastreven van meesterschap en toetsing van “walk what you talk”
- Ontlokken, calibratie, toepassing, wijziging en flexibiliteit.
- De 4 basis metaprogramma’s: introvert/extravert, sensor/ intuitor, feeler/thinker, judger/perceiver.
- Afgeleide en/of aanvullende metaprogramma's: benaderen/vermijden, intern/ extern referentiekader, mogelijkheid/noodzaak, globaal/specifiek, overeenkomst/ verschil, time sort en oriëntatie, opties/procedures, zelf/anderen, pro-actief/ reactief, primair interesse filter, overtuiging sort en tijdframe.
Een toetsprogramma moet o.i. voldoen aan de volgende eisen
- Minimale aanwezigheid van 17 dagen op een training van 20 dagen
- Het gedemonstreerd hebben van de beheersing van de belangrijkste aangeboden technieken. Daartoe dient vooraf een lijst aanwezig te zijn over welke technieken het gaat.
- Bewijs van voldoende theoretische kennis op het gebied waar de training zich op richt.
- Bewijs van systematische zelfreflectie
- Proeve van ‘meesterschap’ op het specifiek terrein waar de training op gericht is, bijvoorbeeld door het zelfstandig uitvoeren en presenteren van een project. Daarin dient aandacht te zijn voor het verwerken van de aangeboden kennis en technieken, op een werkgebied naar eigen keuze, waaruit blijkt: beheersing, congruentie, voldoende achtergrondkennis en zelfhantering.